-
1 chat
n. babbeltje, praatje, geklets--------v. kletsen, babbelenchat1[ tsjæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————chat2〈 chatted〉1 babbelen ⇒ kletsen, praten♦voorbeelden: -
2 chat away
chat away -
3 gabble away
gabble away -
4 gabble
n. kakelen, brabbelen, snateren--------v. kakelen, brabbelen, snateren; mompelengabble1[ gæbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gabble21 kakelen ⇒ snateren, kwebbelen♦voorbeelden: -
5 rap
n. rap muziek, muziekgenre waarin versen en rijmen op ritmische wijze wordt voorgedragen met als begeleiding een ritmische maatslag (ontwikkeld in de stedelijke gebieden gedurende de mid-zeventiger (20-e E))--------n. tik; schuldig zijn; aanmaning--------v. tikken; aanmanenrap1[ ræp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 get a rap on/over the knuckles • een tik op de vingers krijgen; 〈 figuurlijk〉 op de vingers getikt wordenbeat the rap • zijn straf ontlopen————————rap2〈 rapped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 the President rapped the Department of State • de president gaf het ministerie van Buitenlandse Zaken een schrobbering→ rap out rap out/ -
6 chatter
n. geklets; getik--------v. kletsen; tikken, typenchatter1[ tsjætə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————chatter2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский